Zorgstructuur
Hieronder vindt u wat informatie over de zorgstructuur binnen onze school. Uitgebreidere informatie is te vinden in onze schoolgids. 

Leerlingen met een speciale zorgbehoefte 

Bij de aanmelding van kinderen met een speciale zorgbehoefte wordt er gekeken of onze school in staat is om het soort begeleiding te geven die het kind nodig heeft. Na een plaatsing wordt er periodiek gekeken of het nog steeds in het belang van het kind is, dat het op onze school blijft. Van belang is ook dat de andere kinderen er geen nadeel van ondervinden en dat de draagkracht van de leerkracht voldoende is. Als onze school niet in staat is om de gewenste begeleiding te geven, kijkt onze school samen met de ouders naar een andere passende plaats in het (speciaal) onderwijs.

Het leerling- en onderwijsvolgsysteem

In de groepen 0, 1 en 2 is er veel aandacht voor spel. Aan de hand van het observatiesysteem 'Leerlijnen' observeren de groepsleerkrachten zoveel mogelijk binnen het spel van de kinderen. In groep 2 nemen we ook de leesvoorwaarden uit de Cito-toets 'Taal voor kleuters' af. 
In de groepen 3 tot en met 8 worden overhoringen, toetsen e.d. afgenomen en becijferd. Door middel van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) worden vorderingen van de kinderen systematisch bijgehouden.

De verslaggeving van leerling gegevens

Elke leerkracht houdt in ParnasSys een verzameling cijfers en beoordelingen bij van alle leerlingen uit de groep. Daarnaast houdt de leerkracht in ParnasSys de gegevens van de zorgleerlingen uit de groep bij.

Leerlingbesprekingen

Ongeveer zes keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats. Dit gebeurt in kleine groepjes van leerkrachten en andere personeelsleden die de betreffende kinderen het beste kennen. Een IB-er heeft hierbij de leiding.
Een aantal keer per jaar kan de IB-er zorgleerlingen bespreken met iemand van onze schoolbegeleidingsdienst Driestar Educatief. Ook op elk ander tijdstip in het jaar kunnen zorgleerlingen, indien nodig, met de IB-ers en/of iemand van de schoolbegeleidingsdienst besproken worden.
De IB-er informeert de directeur-bestuurder en teamleiders over de zorgleerlingen en gaat hierover met hen in gesprek.

Contactmomenten

Drie keer per jaar is er een contactmoment tussen de leerkracht en de ouders. In de periode voor de herfstvakantie is er een fysiek contactmoment waarop u kunt kennismaken met de leerkracht van uw kind en mogelijke zorgbehoeften kunt bespreken. Na het eerste rapport is er opnieuw een fysiek contactmoment op de contactmiddag- en avond. Tijdens dit moment worden de ontwikkelingen van het kind besproken. Rond de meivakantie is er een telefonisch contactmoment met ouders.
Wij stellen het op prijs als alle ouders van deze contactmomenten gebruik maken.
In principe leggen de leerkrachten geen ouderbezoeken af bij de ouders thuis. Mocht u vanwege bijzondere omstandigheden een ouderbezoek wel op prijs stellen, dan kunt u dat aangeven bij de betreffende leerkracht.
Wanneer ouders of leerkrachten het nodig vinden, kunnen zij natuurlijk ook, buiten de genoemde mogelijkheden om, contact met elkaar opnemen.

Rapporten

De leerlingen uit groep 1 en 2 krijgen één keer per jaar een rapport mee naar huis: voor de zomervakantie. De rapporten van groep 1 en 2 bevatten geen cijfers, maar gegevens over de kinderen in zinnetjes en een overzicht uit het leerlingvolgsysteem.
De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport: één in januari/februari en één in juli. In groep 3 wordt op het eerste rapport voor rekenen gerapporteerd met een letter, bij de andere vakken met een cijfer. Vanaf het tweede rapport in groep 3 wordt er voor alle vakken uitsluitend met cijfers gerapporteerd.

Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften

Over kinderen met specifieke behoeften wordt in eerste instantie door de leerkrachten gesproken met collega's die het kind in de groep hebben gehad en met de intern begeleiders. Zo nodig wordt er een hulpplan voor in de klas opgesteld. Bij minder goed functioneren worden de ouders van de betreffende leerling zo spoedig mogelijk ingelicht. Er is op school de mogelijkheid tot RT, extra individuele hulp. Deze hulp wordt voornamelijk in groep 3, 4 en 5 gegeven. Bij onvoldoende resultaat kan externe hulp worden ingeschakeld. Zodra een leerling buiten de groep wordt geholpen, krijgen de ouders hiervan bericht.

Meer- en hoogbegaafde leerlingen en de plusklas

Ook de meer- en hoogbegaafde leerlingen hebben een zorgbehoefte. We hebben hiervoor de plusklas. Daarin wordt extra stof aangeboden met uitdagend materiaal, zoals vreemde talen, scheikunde, wetenschap en cultuur. Naast het aanbieden van de leerstof heeft het proces van het leren om te leren de aandacht.

Zittenblijven / groep overslaan

Zittenblijven en versnellen (een groep overslaan) wordt uiterst zorgvuldig gedaan. Vooral bij versnellen speelt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling een grote rol.

Passend onderwijs

Scholen hebben de wettelijke taak om aan leerlingen passend onderwijs te geven of voor leerlingen een passende onderwijsplek te vinden. Om deze taak te kunnen uitvoeren, is het noodzakelijk dat scholen samenwerken in een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Dit samenwerkingsverband is opgesplitst in verschillende regio’s, onze school ligt in de regio Randstad.

Een kernbegrip bij passend onderwijs is zorgplicht. Zorgplicht betekent dat de school samen met de ouders onderzoekt of de basisschool aan een leerling de ondersteuning kan bieden die de leerling nodig heeft. Als blijkt dat dat niet mogelijk is, heeft de school de opdracht om met de ouders een plaats in het speciaal onderwijs te zoeken.

Onze school heeft een ondersteuningsprofiel geschreven. Daarin is te lezen op welke wijze wij de begeleiding aan leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. We werken daarbij vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent dat als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, er in de eerste plaats gekeken wordt naar wat het kind nodig heeft (en niet naar wat het kind heeft). De samenwerking en afstemming met ouders is hierbij een belangrijk aandachtspunt.

Onze school heeft ook een ondersteuningsteam. In dit ondersteuningsteam zitten in ieder geval de intern begeleider en een externe orthopedagoog.

Als het ondersteuningsteam tot de conclusie komt dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale school te gaan, dan vraagt de school in samenspraak met de ouders een toelaatbaarheidsverklaring voor zo'n school aan. Dit doen we bij het Loket van de regio Randstad. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, kan de leerling geplaatst worden in het speciaal (basis) onderwijs. Bij het Loket kunnen we ook met andere vragen terecht.
De zorgmakelaar van het Loket Randstad is mevr. E. van Pelt. Zij is bereikbaar via telefoonnummer 0180-442617 of per e-mail via loket-randstad@berseba.nl. Op de website www.berseba.nl/randstad kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband. 

De begeleiding van leerlingen naar het voortgezet onderwijs

In de groepen 7 en 8 worden de adviezen voor het voortgezet onderwijs gegeven. In groep 7 is het een ‘voorlopig’ advies. In groep 8 werd voorheen de CITO-Eindtoets afgenomen m.b.t. de schoolkeuze. Dit verandert van overheidswege vanaf 2024 in een ‘doorstroomtoets’. Deze toets moet aangeven in hoeverre de kinderen de aangeboden leerstof beheersen en welk type vervolgonderwijs voor een kind het geschiktst lijkt.

Onze school formuleert een advies op grond van:
  • De argumenten/mening van u als ouder;
  • De schoolloopbaan en prestaties van het kind;
  • De mening van de leerkrachten van groep 7 en 8;
  • De methode-onafhankelijke doorstroomtoets;
  • De interesse en werkhouding van het kind.

Het schooladvies is leidend; de leerlingen worden normaliter conform dit advies op het voortgezet onderwijs geplaatst. Wel mogen vo-scholen een leerling hoger plaatsen dan het advies van de basisschool, maar een lagere plaatsing is alleen mogelijk op verzoek van de ouders.
In schooljaar 2023-2024 ontvangen leerlingen tussen 10 en 31 januari hun voorlopig schooladvies. Ze maken in de eerste twee weken van februari de doorstroomtoets. Uiterlijk 15 maart ontvangen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets. Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van de school het definitieve schooladvies. Tussen 25 maart en 31 maart melden alle leerlingen zich, met hun definitieve advies, aan op de middelbare school.
Leerlingen die de overstap maken naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso) of leerlingen met bijzondere zorg, kunnen zich al eerder met het voorlopig schooladvies aanmelden bij het v(s)o.

Pestprotocol

Op onze school is een pestprotocol opgesteld.
Vormgeving: Ria Grafisch Ontwerp
Realisatie: Klok Software